Vogels in Nederland.

Fotograaf - Paul Albers

Reigerachtigen

Ooievaar.

L 102 cm, V 168cm. Algemeen, behalve in noordelijke delen van zijn gebied, waar hij in aantal achteruitgaat. Prefereert moerassen, vochtige weilanden en grazige vlakten. Nestelt in de buurt van steden en boerderijen, soms in kolonies in bomen, soms op speciaal opgerichte constructies of op gebouwen. Gewoonlijk vrij tam en gemakkelijk te benaderen. Karakteristieke vogel van het open boerenland. Gemakkelijk te onderscheiden van de zwarte ooievaar aan witte bovendelen. Vliegt met uitgestrekte hals, zweeft soms in verspreide groepen doch trekt ook in V-formatie. Veel snavel klepperen is karakteristiek balts verschijnsel. In broedseizoen laat hij soms sissende en kuchende geluiden horen. Gang is langzaam en bedachtzaam.